16 februari 2007

Verwijzing

Deze weblog wordt voortgezet als YNNO Research blog op http://ynno.blogspot.com. See you there!

10 september 2006

Crowdsourcing

Hoewel Web 2.0 door velen wordt gezien als de nieuwste technologische ontwikkeling (volgens sommigen zelfs als de nieuwe dot-com zeepbel) gaat het eigenlijk helemaal niet om technologie. Technologisch gezien gaat Web 2.0 om een aantal heel simpele standaarden. Niks ingewikkelds en eigenlijk ook niks nieuws aan. Het nieuwe is de manier waarop deze standaarden worden ingezet. Namelijk om mensen met elkaar te verbinden.

Ik had onlangs een interessante discussie over de potentie van Web 2.0 met Siegfried Woldhek. Siegfried is CEO van Nabuur.com, een organisatie die probeert wereldwijd vrijwilligers te mobiliseren via het internet (onder meer met steun van de Clinton Global Initiative). Deze vrijwilligers kunnen dan bijvoorbeeld een dorpje in Kenia helpen een projectplan te schrijven voor de bouw van een nieuwe school. Zonder achter hun PC vandaan te komen.

De discussie met Siegfried ging er met name over hoe je als Nabuur.com de kracht van Web 2.0 optimaal zou kunnen benutten. Net zoals Flickr en YouTube de wereld mobiliseren om leuke foto's en filmpjes te uploaden en daarmee hun sites heel waardevol maken, zo zou Nabuur.com de 'wijsheid van de massa' kunnen gebruiken om de lokale gemeenschappen die hulp nodig hebben optimaal te ondersteunen.

Overigens heeft Wired alweer een leuk term voor dit fenomeen bedacht: crowdsourcing. Het principe dat je de menigte voor je laat werken in de losse uurtjes die ze over hebben. Dat is wat Nabuur.com ook graag wil. En ze zijn niet de enige vrijwilligersorganisatie met deze doelstelling. Andere voorbeelden kwam ik tegen in dit artikel in MIT's Technology Review.

Deze fenomenen zouden veel organisaties te denken moeten geven: zie Web 2.0 niet als een technologische ontwikkeling maar als een nieuwe manier om met je omgeving om te gaan.

02 mei 2006

Web 2.0 en SOA

We hebben in de Technology Watch blog nog niet veel gesproken over Web 2.0. Misschien maar goed ook, want de rest van de blogosphere heeft het daar al genoeg over. Maar even heel kort: Web 2.0 is een verzameling nieuwe toepassingen op internet die met elkaar gemeen hebben dat de gebruikers een groot deel van de content verzorgen, de toepassingen waardevoller worden naarmate er meer mensen gebruik van maken en er open architecturen gebruikt worden zodat ze eenvoudig aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Blogs, wiki's en sites als Flickr en Del.icio.us zijn enkele veelgenoemde voorbeelden.

Dat gebeurt dus op het internet. Tegelijkertijd zijn we bij een aantal organisaties bezig hen te helpen met het opzetten van een Service Oriented Architecture (SOA). Ook dit is een architectuur die het eenvoudig koppelen van toepassingen en het snel opzetten van nieuwe applicaties mogelijk moet maken.

Over de vergelijking tussen Web 2.0 en SOA schrijft Dion Hinchcliffe in zijn uitstekende Web 2.0 blog een post. Zijn meest interessante observatie vind ik dat Web 2.0 veel meer over het verbinden van mensen gaat. En dat is volgens mij ook de toegevoegde waarde die het heeft ten opzichte van SOA en de bijbehorende golf van efficiencyverhoging.

26 april 2006

Wireless met horten en stoten

Het idee om een hele stad uit te rusten met draadloos internet via WiFi is erg populair in de Verenigde Staten. Er staan op dat gebied projecten op stapel in onder meer Philadelphia en San Francisco. Dat het allemaal nog niet zo makkelijk is, blijkt in St. Cloud, een klein stadje in Florida dat al een dergelijk netwerk heeft uitgerold. WiFi is namelijk niet ontworpen met het oog op deze toepassing. In St. Cloud merken ze nu dan ook dat met name de ontvangst binnen huizen problematisch is. In alle enthousiasme over WiFi als Metropolitan Area Network is het van belang dit soort problemen niet uit het oog te verliezen.

Alsof we met HSDPA, WiMAX en UMA nog niet genoeg buzzwords hadden in het draadloze domein komt er nog een bij: mesh networking. Mesh networking is een veelbelovende nieuwe manier van verbinding zoeken met het netwerk. Het principe is dat je contact zoekt met de dichtstbijzijnde schakel in het netwerk en zo de schakels afgaat tot je een schakel vindt die een internetverbinding heeft. Je legt dus niet direct contact met het internet, maar er zitten een paar schakels (bijvoorbeeld PC's van anderen) tussen. Het voordeel is dat je een groter bereik krijgt met hetzelfde aantal zenders omdat de gebruikers van het netwerk zelf het signaal doorgeven.

Het principe van mesh networking wordt al hier en daar toegepast, maar het nieuws deze week is dat er op dit gebied een standaard aan zit te komen (802.11s genaamd) die begin 2007 af moet zijn. Dat zou het startsein kunnen zijn van een bredere toepassing van deze nieuwe techniek.

24 maart 2006

Moet Microsoft zich zorgen maken over Writely?

Google trok twee weken geleden de aandacht toen het bedrijf aankondigde Upstartle over te nemen. Upstartle is de maker van Writely, een on-line tekstverwerker. Office toepassingen die on-line worden aangeboden hebben onlangs een flinke boost gekregen door de Ajax-technologie. Ajax is een techniek die door ontwikkelaars wordt gebruikt om webpagina's interactiever te maken. Het principe is dat op de achtergrond informatie wordt uitgewisseld met de server, zodat niet telkens de hele pagina opnieuw hoeft te worden geladen. Het resultaat: de beleving van de gebruiker staat dichter bij het gebruik van Word dan bij het gebruik van een web browser. Op basis van Ajax ontstaat nu een hele golf van nieuwe toepassingen, waaronder op het vlak van tekstverwerking naast Writely bijvoorbeeld AjaxWrite en Zoho Writer.

De hamvraag is natuurlijk: gaan gebruikers en bedrijven deze toepassingen als vervanging voor Microsoft Word zien? Het antwoord: voorlopig niet. Wellicht dat sommige MKB bedrijven en particulieren op basis van een kostenafweging Word zullen laten vallen voor één van deze alternatieven. En daar is op zich iets voor te zeggen, want de basisfunctionaliteit is in grote lijnen dezelfde als die van Word met een paar voordelen zoals on-line opslag (en dus automatische back-up en automatisch delen met anderen) en toegang vanaf elke computer met een internetverbinding. In dat laatste aspect zit trouwens ook een nadeel: ik wil ook vaak genoeg aan een document werken als ik geen internetverbinding heb. Overigens is er ook een prima gratis alternatief waarmee off-line gewerkt kan worden: OpenOffice.org.

Voor grotere organisaties blijven echter twee belangrijke argumenten bestaan vóór Microsoft Office: de gebruikers zijn ermee bekend en de bestandsformaten zijn de de facto standaard. Het is met name dat laatste punt waarmee Microsoft de markt min of meer in gijzeling houdt. Zie hiervoor ook mijn eerdere technology watch. Bovendien gaat Microsoft met Office 2007 en de nieuwe Sharepoint server ook weer genoeg moois bieden om bedrijven weer een aantal jaren aan zich te binden.

21 maart 2006

RFID storm zwakt verder af

Nu de experts er eens goed naar hebben kunnen kijken, lijkt de media hype rond het RFID virus op heel weinig gebaseerd. Er ontspint zich op dit moment een technische discussie over de (on)waarschijnlijkheid van het scenario dat door de onderzoekers van de VU wordt geschetst. Zie dit artikel in Information Week voor meer informatie.

Het door de onderzoekers geschetste gevaar blijkt erg theoretisch van aard en weinig reëel. Wat overblijft is de conclusie die ik ook al trok in mijn vorige post: er moet goed worden nagedacht over de beveiliging van RFID systemen, zowel door de leveranciers als door de organisaties die de systemen gaan gebruiken.

18 maart 2006

RFID wordt volwassen

Je doet als technologie pas echt mee in de mainstream als er virussen voor je gemaakt worden. Dat ging op voor mobiele telefoons en voor MacOS X en nu is RFID aan de beurt. Afgelopen week presenteerde een groep onderzoekers van de VU onder leiding van Andrew Tanenbaum een paper waarin de mogelijkheid wordt beschreven dat RFID chips met een computervirus kunnen worden geïnfecteerd. Natuurlijk was dat koren op de molen van veel media, die smullen van een aantal doom-scenario's zoals Tanenbaum en de zijnen die schetsen. Het volledige paper en veel van de mediareacties kun je hier vinden.

Hoewel ik het gevaar van virussen op RFID-chips niet wil onderschatten, heb ik wel de behoefte aan enige nuancering. Allereerst gaat het hier om een theoretische mogelijkheid die in een laboratoriumsituatie is aangetoond. Ten tweede is het niet Tanenbaum's intentie om het gebruik van RFID te ontmoedigen (hoewel ik bang ben dat dit wel een sterk bijeffect zal zijn). Het doel van Tanenbaum's onderzoek is om de ontwikkelaars en leveranciers van RFID-systemen erop te wijzen dat virussen een reëel gevaar zijn. Zijn team geeft een aantal concrete aanbevelingen om RFID-systemen beter te beveiligen (zoals ze dat ook eerder voor privacyaspecten deden).

De beveiliging tegen virussen en aanverwante malware is een essentieel onderdeel geworden van elk computersysteem. Tanenbaum en de zijnen hebben nu aangetoond dat dit ook voor RFID geldt. Dat doet niets af aan de waarde van RFID voor een groot aantal toepassingen. Het betekent alleen dat er een belangrijk extra aandachtspunt bij komt voor de invoer van deze technologie. En reken maar dat leveranciers hierop zullen inspelen.